Asymmetrie en combinaties

Gisteren was het spelavond. Dat is natuurlijk niet zo verwonderlijk in een spellenvereniging. Het is zelfs geen aanleiding tot een overpeinzing, al zeker geen die je online wilt gooien. En toch. De avond balanceerde immers tussen wrang en prachtig. Het gezelschap was aangenaam, zoals zo vaak: een tafel van vier met een toffe sfeer, leuke babbels, wat gepor en geplaag en vooral veel gelach. Dat was het magnifieke. Het spel daarentegen, Lorenzo Il Magnifico, vond ik dan weer een serieuze ontgoocheling. Toch is ook dat geen aanleiding tot schrijven.

Ik speel al een tijdje met het idee om jullie wat duidelijker inzicht te geven in mijn hoofd. “Duidelijk” en “in mijn hoofd” in één zin plaatsen blijft echter een risico. Het is ook voor mij zelden duidelijk in mijn hoofd. Maar schrijven is toch altijd ergens subjectief en mijn teksten, bedenkingen en gewauwel zijn de facto persoonlijk gekleurd. Het lijkt me zinvol dat ik jullie voldoende materiaal geef om een onderbouwde waardebeoordeling te maken. Laat ons eerlijk zijn, we weten allemaal dat veel spelers dwepen met ene Nox of een zekere Rahdo. Ik niet, al vind ik het interessant. Helaas niet interessant genoeg om er ook tijd in te steken, maar steekproefsgewijs durf ik me wel eens wagen aan een experiment. Beide heren produceren filmpjes over bordspellen aan de lopende band. Elk in zijn eigen stijl overloopt de spelregels (voor mij is dat reeds zwaar doorbijten), maar de beloning is soms groot. Na de uitleg komt immers hun beoordeling, wat ze ervan vinden en vooral, waarom ze dat vinden. Dàt vind ik echt interessant. Het is immers zo dat beide heren een absoluut tegenovergestelde smaak hebben aan de mijne. Dat klinkt ongenuanceerd, maar het is wel zo. Als zij lovend zijn over een spel, dan kan ik dat in eer en geweten van mijn lijst schrappen. Dat is gemakkelijk, dat is weer veel tijd uitgespaard dat ik niet verveeld aan tafel moet zitten, meegesleurd in iemands cult of the new.

In ver vervlogen tijden las ik boekenrecensies en spelrecensies (vooral Spielbox). Het was altijd even zoeken naar een recensent die qua voorkeur goed bij me paste. Mensen evolueren, smaken veranderen en ik heb uiteindelijk moeten toegeven dat we, de recensenten en ik, alweer uit elkaar groeiden. Ik lees niet veel recensies meer. Ik kijk ook niet naar Rahdo of Nox, maar soms pik ik wel eens iets op. En als een van beide heren het aanraadt, dan speel ik het gewoon niet. Mooi zo. Omdenken noemen ze dat: je niet blindstaren op de tekortkomingen, maar elke opportuniteit grijpen.

Nog even iets over dat spel Lorenzo Il Magnifico. Ik heb met veel ongeloof naar het ontwerp gestaard. Ik heb erover gepraat, gediscussieerd en later ook ‘s nachts nog over nagedacht. Als ik BoardGameGeek mag geloven, is het een spel geschikt vanaf 12 jaar en heeft het een gezellige complexiteit (weight) van 3.30. Je kan het spelen met 2 tot 4 spelers en blijkbaar vinden de meesten 3 en 4 de betere spelersaantallen. Eerlijk, ik vind dat niet. Voor wie nu denkt dat mijn mening gekleurd is omwille van een smadelijke nederlaag, die denkt verkeerd. Ik heb het spel gewonnen. Niet dat ik daar trots op ben, ik heb niet echt genoten van mijn overwinning. Ik heb er vooral later nog veel over nagedacht. Het belangrijkste dat ik gisterenavond heb gemist, was voldoening in het spel. Sociale voldoening top, ludieke voldoening nul.

Ik wil jullie niet vervelen met mijn mening over Lorenzo Il Magnifico. Wie het wilt spelen, probeer het zeker eens. Wie nieuwsgierig is, geef het zeker een kans. Wie meent te geloven dat de eigen spelvoorkeur perfect aansluit bij de mijne, speel het niet. Mijn grootste bedenking bij dit spel is dat het een praktijkvoorbeeld is uit mijn vorige post. Lorenzo Il Magnifico is niet geniaal mechanistisch ontworpen, het is nodeloos complex in elkaar gestoken en zowat elke kleine regel voelt als een remediëring van een opmerking tijdens de testfase. Voor wie het spel een beetje kent, neem nu die groene gebouwen. Goedkoop, gemakkelijk en een geweldige grondstoffenmotor als-ie draait. Dat moest dus afgeremd worden, waardoor je eerst je militaire macht moet uitbreiden. Dat loonde (in de testfase) dan weer niet meer, dus werden er maar gelijk wat overwinningspunten tegenover gezet. Het religieuze spoor was in de ontwerpfase duidelijk ook niet echt aanlokkelijk, dus werd dat geremedieerd met drie penalty’s. Doorheen het spel weerklonk af en toe “ah, hier wel” en “oh, hier niet”. Ik moet toegeven, als ik volgende week het spel opnieuw moet spelen (wat ik dus zeker niet ga doen), ik zou weer wat uitleg moeten vragen. Het speelt niet intuïtief en je hebt altijd alles tekort. Enkel dat laatste spreekt me aan… Schaarste aan grondstoffen en een weelde aan mogelijkheden, ik hou er wel van. Alleen moet je in dit spel niet alleen een plan B hebben, je plant maar beter het hele alfabet vooruit. Als je dan een kleine regel vergeet of iets over het hoofd hebt gezien (zoals “och ja, je hebt daar 8 schilden voor nodig”), dan moet je je hele beurt overdenken. Het domino-effect dat een denkfout veroorzaakt in combinatie met een AP-gevoelig (als die afkorting je vreemd is: analysis paralysis) spel, dwingt me om even te vermelden dat de -utopische- spelduur van 60 à 120 minuten met 4 spelers slechts in specifieke spelersgroepen haalbaar lijkt. Tot daar. Ik begrijp perfect dat mensen deze (nodeloos) complexe puzzel geweldig vinden en er ook voldoening uithalen. Dat mag, dat kan, wie ben ik om dat te veroordelen. Ik speel gewoon niet meer mee.

Want wat ik eigenlijk wilde, was wat inzicht geven. Ik speel gigantisch graag asymmetrische spellen. Die asymmetrie kan op veel manieren veroorzaakt worden. De meest gekende is vast een verschillende startsituatie. Heel veel (historische) wargames doen dit. Het kan ook moeilijk anders: de verdeling van de troepen, sterkte van de eenheden en de geografie van het slagveld, de hele startopstelling is anders voor de ene dan voor de andere. In veel tableaubuilders gebruiken ze dat ook, maar vaak zijn de verschillen in startopstelling tussen de spelers te beperkt om als een verschil aan te voelen. Een andere gekende manier is de factie of de specifieke eigenschappen van de speler. Neuroshima Hex en Summoner Wars zijn er twee die ik wel graag speel. Elke speler heeft hetzelfde doel, maar je eenheden zijn anders. Dus moet je er anders mee aan de slag en krijgt een spelletje vaak een verrassende wending. In een spel als Dominant Species of Dominant Species Marine heeft elke factie ook een andere eigenschap. Onvoldoende om steevast als anders aan te voelen, onvoldoende om doorslaggevend te zijn, maar een subtiel detail dat op het juiste moment het verschil kan maken. De moeilijkste asymmetrie, toch qua ontwikkeling, is de totale asymmetrie. Einddoel, speelstijl, eigenschappen en mechanismen, ze verschillen per speler en per factie. Lang heb ik gedacht dat de COIN-spellen (counter insurgency) van GMT Games hier een quasi-monopolie hadden. Ok, Dos de Mayo en 7 Ronin zijn hebbedingetjes die perfect deden wat ik zocht. Root was in 2018 een frisse nieuwkomer in het genre. In 2023 legde Hegemony: Lead your class to victory gelijk de lat tientallen centimeters hoger. Veel geluk aan degene die beter wilt doen.

Ik zal kort zijn: ik vind Hegemony een fantastisch spel. Het past ook perfect in mijn filosofie: niet honderden spellen elk één keer spelen, maar één spel honderden keren spelen. Ik heb Hegemony inmiddels een 15-tal keer gespeeld, quasi altijd met de middenklasse. Ik heb gewonnen als middenklasse, ik heb nipt verloren met de middenklasse, ik ben roemloos ten onder gegaan met de middenklasse. Ik weet nog steeds niet wat “de beste strategie” is voor de middenklasse. Maar dat weet ik evenmin voor de arbeidersklasse en de kapitalisten, ik weet het nog minder voor de overheid. Ik heb ze wel allemaal al zien winnen, geen idee hoe, ik kwam soms niet in het stuk voor. Hegemony heeft -voor mij- een herspeelbaarheid van zeker 100 keer per factie. Dat kan tellen. Het is een geweldige investering van geld (amper € 85, wat tegenwoordig in bordspellenland haast peanuts is) en tijd.

Een ander genre dat ik enorm graag speel, zijn combo-kaartspellen. Dat zijn vaak pareltjes, maar ze blijven nog vaker onopgemerkt. Mijn radar is gelukkig extra gevoelig ingesteld, dus ik vind regelmatig een nieuwe. Omen en Innovation zijn twee favorieten: groot spel, kleine doos. Wat ik soms mis, is de asymmetrie. Die asymmetrie vind ik dan in Warhammer Invasion. Het spel is niet langer onder licentie. Het spel is ook niet langer vindbaar. Ik was lange tijd op zoek naar medespelers, ik heb er twee gevonden. Ik ga terug als vanouds roemloos ten onder, maar het geeft toch o zo veel voldoening.

En met die informatie zullen jullie het moeten doen. Asymmetrie en combo’s, wie daar nog een subtiele bieding of veiling kan mee verenigen, die heeft aan mij een trouwe fan. Geen idee of je daar de grote verkoopcijfers mee haalt.

Maar zoals gisteren op de spelavond, ik speel ook wel eens iets anders. Daar zijn de spelavonden toch voor.