Episode 2, Scenario 2: Brute, Cragheart, Spellweaver & Tinkerer
Brute zucht diep en trapt moedeloos een steen tegen een boom een paar meter verderop. Cragheart verpulvert een kluit aarde en kijkt hoe de zandkorrels tussen zijn vingers heen glippen, als tracht hij kracht te putten uit de grond. Spellweaver sluit de ogen en draait haar gezicht naar de zon om nog even te genieten van haar warme stralen. Tot Tinkerer rechtveert en haar lange haren nog even laat wapperen in de wind. Geen reden om nog langer te dralen, de vier huurlingen moeten verder, terug de grafheuvel in… op zoek naar de roversbaas.
Brute leidt het viertal door de drie grafkamers. Tinkerer kijkt met afschuw naar de vele lijken, maar kan een glimlach toch niet onderdrukken, blij dat ze het nog kan navertellen. In de derde grafkamer aangekomen, wijst Brute naar het mysterieuze lichtschijnsel dat de massieve stenen deur verraadt. Cragheart trapt de deur open en staart naar een wenteltrap die de duistere diepte indraait. De doordringende stank van de dood kringelt in hun neusgaten. Spellweaver kokhalst en knikt naar Brute. De roekeloze stommiteit van daarnet gaan ze niet nog eens uithalen. De twee tanks gaan voorop, op de voet gevolgd door de Orchid, klaar om met een welgemikte ranged attack mogelijke tegenstanders te snel af te zijn. De kleine Quatryl vormt de achterhoede, voortdurend healing spells mompelend… Je kan niet voorzichtig genoeg zijn.
De trap leidt naar een donker labyrint van gangen en cryptes. Uit een van de gangen komen flarden van een gesprek. Met gespitste oren lopen de huurlingen op het geluid af. In een kleine voorkamer houden Brute en Cragheart plots halt. Tinkerer en Spellweaver wringen zich erbij. De vier archers zijn duidelijk verrast dat iemand het levend tot hier heeft gebracht. Van die verwarring maakt Spellweaver dankbaar gebruik om met een triple shot meteen drie archers te verzwakken. Om de chaos bij de archers helemaal compleet te maken summont ze ook haar mystic ally. Overhaastig grabbelen de archers naar pijlen en lossen er elk twee. Cragheart maakt zich groot, zelfverzekerd Spellweaver en Tinkerer te beschermen. De Savvas krijgt de pijlenregen over hem. Zijn maliënkolder doet uitstekend werk, Tinkerer healt deels de opgelopen schade. Brute en Cragheart putten moed uit de veel te zwakke aanval en halen samen twee archers neer.
Met twee archers dood en twee verzwakt wordt Cragheart ongeduldig, misschien zelfs overmoedig. Hij stormt naar voor en trapt de deur open. Terwijl Cragheart de deur kraakt, kraakt Spellweaver een archer, die levenloos in elkaar stuikt. “Brute moet het maar afmaken,” denkt ze en inhalig als ze is, propt ze wat goudstukken die her en der verspreid lagen in haar zakken. Brute ruikt de overwinning en slaat de boog uit de archer zijn handen. De arme drommel blijft als versteend staan. Brute lacht hem gewoon vierkant uit.
Spellweaver staart door het deurgat naar een grote ronde crypte, bezaaid met doodskisten en knoken. In het midden staat de roversbaas, geflankeerd door twee immense lijfwachten, elk met een gigantische boog. Laat het duidelijk zijn dat die moeiteloos een harnas doorboren. “Ieder voor zich” wordt plots weer het motto van de Orchid. Met haar superieure lenigheid en snelheid vliegt Spellweaver tot achter de drie rovers, knalt een pijl in de rug van de roversbaas en lost dan op in de duisternis. Haar cloak of invisibility creëert wat welgekomen chaos.
De baas wordt razend. Hij strekt zijn arm naar een skelet in een van de doodskisten. De living bones staat op en loopt op Cragheart af. Pas dan merkt Tinkerer de vreemde gloed, als van een onaardse dofheid, in de roversbaas zijn ogen op. Dit wordt een potje lijken killen!
Terwijl de huurlingen komaf maken met de twee bodyguards, draait de baas zich ongeïnteresseerd weg en opent de deur van een zijcrypte. Drie rottende lijken komen plots tot leven en schuifelen richting crypte. Ook een volgende zijcrypte wordt geopend. De ronde grafkamer loopt aardig vol met levende doden.
Tijd voor actie dus. Het viertal bundelt hun krachten en lanceren de ene aanval na de andere op de roversbaas. Hoewel amper onder de indruk, begint ook zijn kracht te tanen. Brute doet gelijk zijn reputatie van dommekracht alle eer aan en met een fenomenale kopstoot ramt hij de snoodaard in een opengesperde val. De kleine Tinkerer ploft haar dolk in de nek van de rover. Alweer een levende minder… nu dat legertje doden nog.
Cragheart blijft er volledig voor gaan. Hij tankt voor de groep dat het een lieve lust is. De kleine Tinkerer kan gewoon niet volgen met healen en Cragheart is de uitputting nabij. Terwijl Spellweaver de aandacht van de levende lijken afleidt, neemt Brute wraak. Geld rapen kan immers iedereen. Hij ontvlucht het gevecht en opent een schatkist. Spellweaver kan haar ogen niet geloven. Geamuseerd en zelfvoldaan komt Brute terug de crypte ingelopen. Spellweaver springt snel buiten het bereik van de laatste living corpse. “Even rust nemen en ook even wat goud meenemen,” denkt ze. Ze neemt nog eens diep adem en hakt het laatste lijk in stukken.
Achter in de crypte ontdekt Tinkerer een geheime bergruimte. Ze haalt er enkele perkamentrollen uit, maar veel wijzer wordt ze er niet uit. Het archaïsche geschrift is immers onleesbaar. Op een landkaart staat wel een merkteken in een bocht van The Still River. Crypt of the Damned staat erbij gekribbeld. Ach, misschien gaan ze er laten wel eens op prospectie.
Met de perkamenten als kostbaar goed, keren de huurlingen terug naar Gloomhaven. In The Sleeping Lion betaalt Jekserah hen tot op de laatste stuiver uit. “Als jullie willen,” voegt ze eraan toe, “dan heb ik nog een opdracht.” Een Inox-stam in The Dagger Forest heeft een van haar transporten overvallen. “Tijd voor vergelding,” zegt Jekserah alvorens het viertal sprakeloos achter te laten.
Wil je meer weten over de verschillende rassen en hun eigenschappen in de wondere wereld van Gloomhaven, neem dan zeker een kijkje op Cephalofair Games.