,

Cult of the New (part 1)

Er zijn veel redenen waarom spellenliefhebbers een spellenclub zoeken. De meest voorkomende is wellicht het zoeken van andere spelers en liefhebbers. Vrienden, buren en familie spelen misschien af en toe eens een spelletje mee, maar toch blijft de echte spellenliefhebber op zijn honger zitten. Soms wilt die meer en regelmatiger spelen, soms wilt die complexere, zwaardere of langere spellen spelen en soms wilt die gewoon telkens een nieuw spel spelen, wie weet zelfs in een totaal ander genre of thema. Allemaal redenen waar menig spellenliefhebber op een njet botste.

Ook in mijn vriendenkring weerklonk jaren geleden gezucht en gekreun wanneer ik -alweer- een nieuw spel op tafel wou leggen. Hoewel ik toen een beetje beteuterd het spel maar weer wegstak en terug good old Yspahan, Stone Age, Cartagena en Ticket to Ride bovenhaalde, ben ik nu toch wel blij met hun gemor, want net daardoor ben ik de meerwaarde van een spel veel te spelen gaan appreciëren. Elk van deze spellen heb ik minstens 50 keer gespeeld, dus ik kan met zekere kennis van zaken zeggen dat Ticket to Ride en Stone Age, hoewel inderdaad respectievelijk kaarten trekken en dobbelen, absoluut geen geluksspellen zijn. De willekeur van het kaarten trekken, de willekeur van het dobbelen en hoe ermee om te gaan, hoe die zaken naar je hand te zetten, dat is juist de charme van die spellen. De willekeur maakt ook dat een beginner een kans heeft tegen een ervaren speler, al is het dan een waterkans. Dat ligt enigszins anders met spellen zonder enige willekeur, zonder enige geluksfactor. Denk maar aan Caylus, de hele GIPF-reeks en andere abstracte spellen zoals Torres en Hive. Daar moet ik nog steeds de eerste tegenkomen die zijn eerste spelletje tegen een ervaren rot wint (en dan zal het wel een schaker zijn).

De hunker naar nieuwe spellen, ook wel the cult of the new, is een valkuil voor menig enthousiast beginner. Kopen is leuk, kopen werkt verslavend, dat weten we ondertussen al. Dat geldt dus ook voor spellen. Nieuwe spellen uitpakken: folie afscheuren en uitstansen (ook wel punchen), de onderdelen een voor een bekijken (zeker als het miniatuurtjes zijn) en dat alles met de geur van nieuw karton, ook dat werkt verslavend. Neem daarbij nog de voldoening van een mooi geordende spellenkast of -rek (hoeveel spelers herschikken niet regelmatig hun spellencollectie: op kleur, op grootte van de doos, op spelmechanisme, op thema, op auteur of alfabetisch?) en je bent vertrokken voor een koop- en verzamelwoede die je bankrekening (en wie weet ook je lieftallige partner) niet aankan.

De eerste drempel die je dan moet nemen is verkopen. Hoelang is het ook alweer geleden dat ik zei “verkopen, dat doe ik nooit“? Ik vermoed 2002, al ben ik niet helemaal zeker. Sindsdien zijn er gelukkig al aardig wat spellen vertrokken, steeds om plaats te maken voor andere. Smaak en voorkeur evolueren immers, dus een spellencollectie kan niet anders dan mee evolueren. Nostalgisch en sentimenteel vasthouden aan spellen is nefast voor je kast, dus ergens moet je zeker een lijn trekken.

Een tweede drempel die je moet nemen is het onderdrukken van je verzamelwoede en de drang om te hebben. Het is immers niet noodzakelijk dat je alles hebt. Completitis is een leuke term waar menig spellenliefhebber onder lijdt. En je kent ze vast wel, de spelers die elke uitbreiding hebben van, jaja, Catan, Carcassonne, Kingdom Builder, Dominion en Ticket to Ride. De melkkoeien van de spellenwereld worden al te graag losgelaten op onvoorbereide spellenliefhebbers. En dan heb ik het enkel nog maar over uitbreidingen. Op beurzen lanceren ze promo’s: een extra kaartje of pion, soms een nieuwe regel, vaak niet eens deftig gebalanceerd (useless of overpowered), maar wel zeldzaam, een rariteit en zo komen we bij fomo (fear of missed opportunity), waardoor velen vlot een kapitaal neertellen voor een promokaartje of -tegel.

Beslissen om een spel niet te kopen, blijft moeilijk. Kickstarter-junkies kunnen het weten. 28 dagen lang, 4 volle weken, wordt een spel op je losgelaten. Met leuke filmpjes en slogans, overbetaalde en zwaar subjectieve previews, de belofte van Kickstarter exclusives en een deluxe-versie die nooit in retail zal komen, weten de speluitgevers vlot de euro’s uit je zak te slaan. Mocht je toch niet onmiddellijk overstag gaan, dan helpt vaak een early bird (je weet wel: enkele euro’s korting als je de eerste dag instapt). Is er geen early bird, dan gaat de junkie elke dag eens kijken, benieuwd of er al nieuwe stretch goals zijn. Geloof me, die 28-dagencampagne is echt geen toeval. Het zal wel bewezen zijn dat meer dan 90% van de geïnteresseerden op die termijn wel zwicht. Mocht ook dat niet genoeg zijn, dan is er nog altijd Facebook, met groepen als “Kickstarter Boardgames-Cardgames BE/NL” waar velen luid roepen dat het spel toch zo geweldig is, dat ze het zeker gaan kopen en aankondigen dat ze een group pledge opzetten (je weet wel, zo kan je meer zooi kopen voor minder geld). Kritische stemmen hoor je zelden, enkel gelijkgezinden. Dat de meeste van die Kickstarter-spellen geen 3 keer op tafel komen en vaak 2 dagen na levering al in die andere leuke Facebook-groep “Gezelschapsspellenmarkt” staan, daar zwijgen we maar over. Toegegeven, ook ik heb Kickstarterspellen gekocht, velen zijn er al van verkocht, maar enkele houd ik en zijn toppertjes geworden. Je moet dus leren kritisch te zijn, neen te zeggen en vooral door de bomen het bos te blijven zien.

En zo kom ik terug bij mijn punt (wat niet eens mijn echte punt was, maar daarover later): een spellenclub is handig omdat je veel spellenliefhebbers ontmoet, met wie je kan afspreken. Je moet immers niet allemaal dat ene spel hebben. Door Pandemic Legacy: Season 1 is in mijn vriendenkring dat besef helemaal gekomen. Je kan dat spelen met een vaste groep, maar eens je het hebt uitgespeeld, is het gedaan. De escape room-spellen hebben dat ook: waarom zou elke speler in een vriendengroep ze moeten hebben? Eens je de oplossing kent, zijn ze -voor jou althans- onspeelbaar.

Lange leve de cult of the new, welkom bij Spellenclub Mechelen! Zodat je af en toe eens niet dat laatste nieuwe spel moet kopen, maar het wel op een spelavond kan spelen. Zodat je kan afspreken met anderen om elk om beurt een spel te kopen, dat spaart geld en plaats in je kast. Ook dat is je collectie optimaliseren.

One response to “Cult of the New (part 1)”

  1. […] hebben die aansluit bij de mijne zijn, bij mijn weten althans, nog niet geboren). En, zoals in het eerste deel al gezegd, een spellenclub laat je spellen spelen zonder dat je ze moet kopen. Welkom bij […]